3.1 De Woonkamerfase

De ontvangst in het Bijna-thuis-huis was heel persoonlijk en hartverwarmend. Het was voor ons direct een Beter-thuis-huis.

Vanaf het begin waren er om beurten (4x4 uur) mantelzorg/vrijwilligsters aanwezig die in dit geval geen zorg hadden voor eten of drinken maar des te meer gewaardeerd werden voor hun interesse en luisterend oor. Mijn vader, netjes verzorgd en gekleed, genoot aan tafel van het delen van achtergronden, het vertellen van verhalen en het kaarten en dat bij iedere vrijwilliger weer… Zware onderwerpen werden bewust vermeden, zoals ook prima verwoord in het vrijwilligers-logboek.  Een zithoekstoel werd verkozen voor een dutje tussendoor.

Wij hadden een 24/7 rooster voor onze aanwezigheid en al snel werden de eerste bezoekjes en belletjes gepland. Iedereen kreeg van mijn vader te horen dat hij heel blij was met de omstandigheden. Dat was fijn want we hadden nog een hele weg te gaan.

Stoppen met eten en drinken leidt in eerste instantie tot dorst. Het dorstgevoel ontstaat als het mondslijmvlies uitdroogt en kan al met 50CC water door middel van een verstuiver verminderd worden. Volgens een 24/7 plan en instructies werd mijn vaders mond verzorgd door ons of door verpleegkundigen. Tegelijkertijd werd ook aandacht gegeven aan het vochtig houden van neus, ogen, oren en van zijn handen. Het plan werd eigenlijk doorlopend aangepast aan mijn vaders voorkeur voor wel of geen verzorging. Uiteindelijk heeft deze verzorging het dorstgevoel afdoende kunnen verminderen en eventuele uitdroging- en/of ontstekingsklachten kunnen voorkomen.

In tweede instantie leidt stoppen met eten en drinken tot honger. Het hongergevoel gaat echter al na 3 dagen weg. Het lichaam stapt dan over van de verbranding van koolhydraten naar vetverbranding waarbij Keton-lichaampjes vrijkomen met een pijnstillend effect en endorfine, dat zorgt voor een gevoel van welbehagen en euforie. Om dit gevoel zo snel mogelijk te bereiken zijn we direct begonnen met 3 dagelijkse klysma’s met een laxerend middel voor het snel legen en reinigen van maag en darmen. Of deze aanpak inderdaad een verschil gemaakt heeft is moeilijk vast te stellen maar de verwachte effecten waren voor mijn vader en voor ons zondermeer herkenbaar. Achteraf gezien hadden we bij deze behandeling ook aandacht aan het legen van de blaas moeten meenemen. Daar was bij de voorbereiding echter geen aanleiding voor aangegegeven.

Naast aandacht voor dorst en honger werd natuurlijk ook veel aandacht gegeven aan het algemeen welbevinden van mijn vader. Een dagelijks bezoek of contact door de huisarts stelde mijn vader gerust. De regelmatige verplegingszorg (4xdaags) was meer dan welkom.  Mijn vader keek er echt naar uit en genoot van de warme aandacht en professionele zorg. Daarnaast had mijn vader zijn fysiotherapeute gevraagd om in plaats van wekelijks dagelijks langs te komen voor massage en voor aanvullende antroposofische verzorging. Medicijnen, in het bijzonder pijnstiller en kalmering/slaapmiddel, werden volgens een plan of naar behoefte genomen. Om inname met water te voorkomen werden de medicijnen als zetpil genomen of toegediend.

De positieve grondhouding van mijn vader en zijn stellige overtuiging en bevestiging dat dit was wat hij wilde was zondermeer de beste motivator voor alle betrokkenen.

Fase 1 - de eerste dagen

Op de tweede dag werd mijn vader af en toe wat duizelig en had hij het gevoel dat slijm dikker werd. Zijn zicht werd al slechter en kaarten werd al moeilijker.

De duizeligheid werd erger op de derde dag en vergezeld door hoofdpijn. Medicatie hielp afdoende en pa’s “gemeten” gevoel was goed. Het zicht werd echter zo slecht dat de kaarten resoluut weggelegd werden, jammer. Het was opvallend dat mijn vader last hield van een aanhoudende drang om te plassen en daardoor regelmatig aan de wandel ging naar het toilet. Zelfs na 3 dagen zonder drinken…

Bezoekers zien op de vierde dag eigenlijk nog geen echt verschil met de eerste dag en Pa geeft aan dat hij zo nog wel een jaartje door wil gaan; hij voelt zich goed en heeft door de aandacht, verzorging, verpleging en vrijwilligers “de tijd van zijn leven”. Fijn! De medicatie wordt aangepast, meer pijnstillers, minder kalmering/slaapmiddel ten behoeve van betere bewegelijkheid. Mijn vader vraagt om extra pufjes vocht en mondverzorging.

Fase 1 - het vervolg

De vijfde dag was de geboortedag van mijn vaders vrouw, mijn moeder, die bijna een jaar daarvoor overleden was. Deze speciale dag heeft waarschijnlijk ook invloed gehad op mijn vaders welbevinden. Zijn hoofd heeft het druk, hij raakt wat ongerust en gedachten blijven malen in zijn hoofd. Daarnaast voelt hij zich duizelig en zwaar, zijn spieren verslappen. Hij wordt wat kortademig en heeft meer moeite met praten en slapen. Zijn toestand lijkt om te slaan, eigenlijk zoals verwacht nu….

Praten over onrust helpt maar pa ziet op tegen het moment dat hij niet meer goed zal kunnen praten en tegen decompositie of verwardheid. Toch klaagt of zeurt hij niet, het tegendeel, Pa blijft er met volle overtuiging en doorzettingsvermogen voor gaan!

Pa vraagt en krijgt kalmering/slaapmiddel en extra pijnstiller. Om hallucinaties te voorkomen moeten wij attent zijn op te grote verwardheid en/of angst en blijven zoeken naar een goede balans met het kalmering/slaapmiddel. De inzet van een meer speciaal medicijn tegen hallucinaties is wel even overwogen maar uiteindelijk toch niet doorgezet. De Huisarts stelt voor om over paar dagen de situatie te evalueren m.b.t. een mogelijk beginnende terminale fase.

De zesde en zevende dag waren de laatste dagen uit deze eerste “woonkamer”-fase. Toch weer wat meer/zwaarder kalmering/slaapmiddel, voortaan door de verpleegzorg, werd afgewisseld met het gebruik van de antroposofische vooral rustgevende middelen. Pa kreeg last van zijn hartstreek maar wilde daar toch ook weer geen speciale medicijnen voor. De kleinkinderen konden nu toch wel een duidelijke achteruitgang zien, geen wonder eigenlijk. Pa deed meer dutjes, meer en meer in bed, met meer en meer moeite om eruit te komen. Nette kleren werden pyjama en kamerjas.

Slapen werd dieper met goede dromen, maar soms ook onrustiger. Pa moest er nog om de 2 uur gammel uit om een druppeltje te plassen en het ophoesten werd lastiger. Toch ook weer opfrissen en op… Opvallend was dat de neusspray de druk van Pa’s voorhoofdholte haalde, iets waar hij al jaren last van had. En weer verder vertellen en praten, ook over de crematie, bijna met humor, over zijn verlanglijstje. Verder werd deze fase rustig afgesloten. “Hoe rustiger ik me houd, hoe beter ik me voel”.