3.2 De Woon/slaapkamerfase

Na de eerste week kwam er voor het eerst dikkere donkere urine doordat tegen die tijd energie gehaald wordt uit de verbranding van eiwitten in spieren en organen. Vanaf dan is het proces onomkeerbaar, er is geen weg terug meer!

Tegelijkertijd komt er ureum in het bloed wat zorgt voor sufheid en bewustzijn wisselingen. Deze sufheid zou eventueel verminderd kunnen worden door 1-2 glazen water. Dit was echter niet aan te raden vanwege een inbreuk in het proces en mogelijke precedent werking. Wij hebben dit watermiddel dan ook niet gebruikt.

Deze fase vraagt doorzettingsvermogen, kent toenemende verzwakking en bedlegerigheid en het praten wordt (te) moeilijk en meer en meer vervangen door hoofd- en handbewegingen en door het luisteren naar muziek. Toch ook nog wel uit bed, aan tafel en een dutje in de stoel. Ondertussen al wel veel meer zorg nodig, verzorging van mond, neus, ogen, oren en handen en bijvoorbeeld hulp bij het omdraaien in bed.

Op de achtste dag werd tijdens het gesprek met de huisarts voor mijn vader de diagnose terminaal vastgesteld. Dit leek mijn vader niet veel te doen. Vanwege toenemende last van zijn hartstreek wilde hij weten of het inderdaad door zijn hart kwam. Dat was echter niet zeker, deze last kon ook komen door verslapte spieren tussen de ribben.

Ondertussen moet mijn vader ongeveer ieder half uur “plassen”, 5 druppeltjes max. Hij heeft waarschijnlijk een urineweg infectie opgelopen. Nog een keer schuifelen naar het toilet, met 2 man hulp, absoluut niet in een rolstoel. Pa vraagt daarna om een urinaal in bed. Morfine zou kunnen helpen, tegen zijn hartstreeklast en de last van de urineweg. Andere medicatie tegen de infectie is wel overwogen maar de voorkeur werd toen aan een katheder gegeven, welke echter pas de dag erna geplaatst kon worden.

Na een goede nacht, veel geslapen met diepe ademhaling en slechts 2 toilet-schuifels opgestaan zonder borstkastlast, met prima pols, warme handen en een blos. Communiceren is bijna niet meer mogelijk en herkenning van bezoek wordt ook minder. De verzorging van de mond wordt voorzichtiger om mogelijke verslikking te voorkomen.